Safae houdt ervan om op pad te gaan. Tijdens haar studie Arabisch woonde ze een tijdje in Egypte, en daarna bracht ze ook nog een paar jaar door in Tunesië en Frankrijk. Tussendoor was ze in 2018 al bij Taalhuis begonnen als docent Egyptisch-Arabisch (Masri) en Modern Standaard Arabisch, en toen ze terug was kwamen Nederlands en Marokkaans-Arabisch (Darija) daar nog bij.
Darija gaf ze de afgelopen tijd alleen aan privécursisten, maar de animo is dusdanig groot dat er in september weer een nieuwe groepscursus begint – en misschien zelfs twee. Maar wel online vanuit Rabat, waar ze vanaf dan een half jaar gaat wonen.
Wel toepasselijk eigenlijk, om Darija te geven vanuit het land waar het wordt gesproken.
Ja! In september begin ik met een A1.1 groep, en misschien zelfs ook met een A1.2, voor cursisten die al wat meer kunnen. In de herfst komen mijn privécursisten me ook opzoeken in Rabat. Ik heb ze veel over het noorden van het land verteld en kan niet wachten om een kleine roadtrip met ze te doen. Wie weet kan het in de toekomst wel met een grotere groep!
Hou je ervan om op verschillende plekken te wonen?
Toen ik in 2017 in Cairo woonde, vond ik dat zo leuk dat ik het vaker wilde doen. Dus toen ik klaar was met die studie ging ik voor een half jaar naar Tunis, en daarna een jaar studeren en werken in Parijs. En nu ga ik dus weer op pad, eerst naar Rabat en daarna hopelijk naar Santa Cruz in de VS.
Wat ga je doen in de VS?
Ik doe sinds september een PhD in politieke filosofie, en mijn proefschrift gaat over gevangenissen en de afschaffing van gevangenissen. Aan de westkust van de VS zitten veel abolitionisten. Bij de Universiteit van Californië werken veel mensen die experts zijn in dit gebied en ook activistisch werk doen – er is één professor die ik echt fantastisch vind, Banu Bargu. Zij heeft onder andere een boek geschreven over hongerstakingen in zwaar beveiligde gevangenissen in Turkije.
Hoe vind je het om al die verschillende Arabische dialecten én Nederlands te geven? Verschillen die cursussen erg van elkaar?
Qua mensen verschilt het niet zo, want Taalhuis trekt toch bepaalde types aan: mensen die enthousiast zijn om meteen in de doeltaal te spreken en het leuk vinden om activiteiten buiten de les te doen. Ze zijn vaak heel proactief.
En wat methode betreft is het grootste verschil natuurlijk dat cursisten Nederlands de taal die ze leren ook echt om zich heen horen. Met een vreemde taal is dat lastiger. Maar het leuke van Darija is dat het dan wél weer veel gesproken wordt in Amsterdam.
Het wordt veel gesproken in grote Europese steden, in Amsterdam-West hoor je het continu. Al is het wel zo dat mensen die hier Darija spreken vooral van Riffijnse afkomst zijn, terwijl in Parijs juist meer Marokkanen wonen uit het zuiden of het centrum van Marokko. Casablanca, Rabat en zo. Maar je hoort het wel veel, in ieder geval meer dan andere Arabische dialecten, zoals Levantijns en Egyptisch.
En Tamazight (Berber) hoor je ook wel veel, kan ik me voorstellen?
Zeker. Ik spreek het zelf helaas niet, dus ik zou het heel leuk vinden als Taalhuis dat óók nog zou aanbieden.
Waarom leren mensen meestal Darija?
Om allerlei redenen: ze hebben een partner van Marokkaanse afkomst, Marokkaanse ouders, of werken veel samen met mensen die Darija spreken. Dat kunnen ook mensen uit Algerije of Tunesië zijn, daar spreken ze het ook. Vooral de varianten uit Algerije en Marokko liggen dicht bij elkaar. Maar ook binnen een land kunnen er regionale verschillen bestaan, of verschillen tussen stad en platteland.
En als je Darija vergelijkt met Levantijns en Egyptisch, welke verschillen vallen dan het eerst op?
Bij Darija slik je de klinkers meer in, ze zijn heel kort. Eigenlijk een soort uh-klanken. In plaats van katab (‘schrijven’) zeg je bijvoorbeeld iets dat meer als kteb klinkt. Die E zit er dan eigenlijk meer bij omdat je niet drie medeklinkers naast elkaar kunt hebben, en het klinkt niet echt als een klinker; het lijken eerder allemaal medeklinkers die aan elkaar vastzitten. Dat maakt het voor mensen die een ander dialect spreken ook soms wat lastig om Darija te verstaan. En we praten heel snel, maar dat doen Egyptenaren eigenlijk ook.
Darija is daarnaast een interessante mix van een heleboel talen, met invloeden uit het Tamazight, Spaans en Frans. En als een taal niet gestandaardiseerd is, voelen mensen zich ook vrij om te experimenteren. Daardoor kom je ook veel buitenlandse woorden tegen die via de werkwoordsvervoeging in het Arabisch zijn gestopt: ka-tbukini (‘jij leest’) komt bijvoorbeeld van het Franse bouquin (een informeel woord voor ‘boek’).
Leveren de verschillen weleens spraakverwarring op?
Een klassiek voorbeeld daarvan is 3ayyat, dat ‘roepen’ betekent in Darija, maar ‘huilen’ in het Egyptisch. Dus ‘ik roep’ en ‘ik huil’ klinken gewoon hetzelfde.
Wanneer spreek jij zelf eigenlijk Darija?
We spraken het thuis altijd al, en met vrienden is het vaak een mix met Frans, Engels en Darija. En als ik naar een winkel ga waarvan ik weet dat de eigenaar Marokkaans is, spreek ik ook automatisch Darija. Zelf probeer ik ook elk jaar naar Marokko te gaan, het grootste deel van mijn familie woont daar.
Wat vind je het leukste deel van lesgeven?
Ik vind het heel leuk als een taal leren voor de cursisten ook persoonlijk wordt, dat het veilig en amicaal genoeg voelt om vrijuit over hun eigen leven te praten. Maar om het lokaal uit te gaan: laatst waren we bijvoorbeeld naar The Blue Caftan in Rialto gegaan, en dan merk je hoe leuk cursisten het vinden om de taal ook buiten de gebruikelijke context van de Taalschool te gebruiken. Daar is dit een leuke en gezellige manier voor. En samen eten of naar concerten gaan, dat soort dingen doe ik meestal aan het eind van een cursus. Laatst gingen we bijvoorbeeld naar Nawal El Zoghby in het Concertgebouw.
Maar het kan van alles zijn: als iemand een idee heeft, deelt diegene het gewoon in de whatsappgroep. Je merkt dan ook in de lessen dat het heel ontspannen is, en dat de taal echt gaat leven. Je haalt niet alle input uit het boek, maar gaat ook meer improviseren en praat over dingen die in je eigen leven veel meer spelen. Of over boeken die je leest, films die je ziet, podcasts, het nieuws, etcetera.
Soms breng ik ook meerdere niveaus samen. Dan kan je van elkaar leren, maar elkaar ook motiveren. Want als je op een lager niveau zit en je iemand spreekt die een jaar geleden nog geen woord Darija sprak, maar nu hele gesprekken kan voeren, denk je: dat kan ik dus ook bereiken.
Bedankt!
Interview door docent Nederlands Yoran.