Onze taalcursussen volgen de niveaus van het Europees Referentiekader voor Talen. Dit referentiekader geeft duidelijke ‘can-do statements’ voor ieder niveau om te beschrijven wat iemand op dat niveau kan. Hieronder vind je een korte samenvatting van de ERK-niveaus.
▶ simpele taaluitingen begrijpen en gebruiken om te voldoen aan concrete behoeftes.
▶ jezelf introduceren en anderen vragen stellen over persoonlijke informatie.
▶ simpele gesprekken voeren, zolang de andere persoon langzaam en duidelijk spreekt.
▶ frequente uitdrukkingen begrijpen die in alledaagse situaties voorkomen, zoals winkelen, familie, werk, etc.
▶ taken uitvoeren die een routine en een directe uitwisseling van informatie zijn.
▶ directe behoeftes beschrijven in simpele termen.
▶ gesprekken over familie, werk, school en vrije tijd begrijpen.
▶ omgaan met gebruikelijke reissituaties in gebieden waar de doeltaal gebruikt wordt.
▶ simpele teksten over persoonlijke interesses produceren.
▶ ervaringen, gebeurtenissen, dromen, ambities, plannen en meningen beknopt beschrijven.
▶ de hoofdlijnen van een complexe tekst begrijpen, zoals een technische tekst binnen je vakgebied.
▶ spontane gesprekken voeren zonder te veel moeite voor de leerder of de moedertaalspreker.
▶ een gedetailleerde tekst over veel verschillende onderwerpen produceren.
▶ een breed scala aan langere en complexere teksten of conversaties begrijpen.
▶ met gemak ideeën uitdrukken.
▶ de doeltaal effectief gebruiken voor sociale, academische of professionele situaties.
▶ goed gestructureerde en gedetailleerde teksten over complexe thema’s produceren.