Francesca Alioto over haar Italiaanse lessen, de opera en luisteroefeningen in het donker - Taalhuis Amsterdam

Francesca Alioto over haar Italiaanse lessen, de opera en luisteroefeningen in het donker

Het licht uitdoen tijdens luisteroefeningen, cursisten vragen om de auteur van het cursusboek te interviewen: voor onze docent Italiaans Francesca Alioto is lesgeven een manier om haar creativiteit te uiten. In dit interview voor onze Meet the Teacher-reeks lees je alles over hoe ze lesgeeft, wat ze ervan leert om zelf taalcursussen te volgen en haar stiekeme drang om gesprekken in cafés op te nemen als ze in Italië is.

 

Hoi Francesca! Wat vind je leuk aan lesgeven?
Het geeft me veel energie om contact te maken met mijn cursisten en te kijken waar je allemaal gebruik van kunt maken voor de les. Als je een tafel in het lokaal hebt, kun je die bijvoorbeeld gebruiken voor specifieke rollenspellen, en op stoelen kun je zitten, maar ook staan. En je kunt het licht uitdoen – dat doe ik eigenlijk best vaak tijdens luisteroefeningen.

 

Het licht uitdoen? Wat gebeurt er als je dat doet?
Ik hou enorm van dit soort donkere luistersessies. Het is een grappige manier om de focus te verleggen: de cursisten worden niet overweldigd door hoe moeilijk de luisteroefening is, maar denken: het is donker, wat gebeurt er precies? De moeilijkheid zit hem daardoor niet in het luisteren, maar in het aanpassen aan de nieuwe situatie. En dat maakt het makkelijker om vloeiend te luisteren.

 

Over luisteroefeningen gesproken: je bent ook met een van je groepen naar een Italiaanse opera geweest. Waar kwam dit idee vandaan?
Ja, met een groep die ik al jaren lesgeef. Er zijn nog vier cursisten over van de oorspronkelijke groep van elf en ze hebben inmiddels het C2-niveau bereikt. Ik heb het gevoel dat ik in zekere zin hun moeder ben – ook al zijn ze allemaal ouder dan ik, haha. Ik zie ze elk jaar grote stappen maken, wat ik best bijzonder vind, omdat ze maar twee uur per week Italiaans spreken.

 

Op een gegeven moment besloot ik met deze groep het klaslokaal te verlaten. Het eerste grote project was gericht op het onderwerp van de maffia, een belangrijk onderwerp voor mij. Ik kom uit Sicilië en wilde er heel voorzichtig mee omgaan. Ik ben me bewust van alle stereotypen en vooroordelen eromheen, die ik absoluut wilde vermijden. Een van de cursisten had contact gehad met een journalist uit Sicilië, die erg betrokken was bij maffia-onderzoek, en nadat ik contact met hem had opgenomen, gingen de cursisten een interview met hem voorbereiden via Zoom. Ze lazen artikelen en boeken en bedachten een hoop vragen van tevoren – de sessie was uiteindelijk erg leuk.

 

Dus dit jaar vroegen ze me: wat zullen we nu eens doen? Tegelijkertijd wilde een cursist heel graag naar de opera, dus hij stelde voor om dat samen te doen. We hadden nog wat ruimte over in ons programma, dus we gingen naar Tosca van Giacomo Puccini. in deze lessen bestudeerden we de tekst – niet alleen de taal, maar ook de muziek en scenografische aspecten. En toen gingen we. Ze interviewden ook Carlo Guastalla, een van de auteurs van het boek dat we hebben gebruikt: Nuovo Magari C1/C2. Ze zijn niet bang om zichzelf uit te dagen, dat motiveert mij ook weer. Dit jaar vroegen ze me om 100 procent authentiek materiaal te gebruiken, dus ik liet ze luisteren naar echte podcasts en tv-programma’s.

 

Ik heb je een keer horen zeggen dat je, als je in Italië bent, de neiging hebt om stiekem echte gesprekken op te nemen in het café. Heb je dat echt een keer gedaan?
Gisteren gebruikte ik een stemberichtje dat ik van een vriend had gekregen, haha. We hadden het over dialecten, en deze vriend komt uit Toscane, waar zogenaamd het ‘pure’ Italiaans wordt gesproken. Dus ik liet ze naar een kort deel van deze boodschap luisteren, en ze snapten er niks van. Ik zou dit heel graag vaker willen doen, als ik meer tijd had om alle dialogen op te schrijven – en als het legaal was. Soms doe ik het wel met andere docenten, maar dan weten ze het van tevoren.

 

Weet je vriend dat je zijn stembericht hebt gebruikt?
Nee haha.

 

Je liet je cursisten ook een keer luisteren naar een band die destijds niet zo bekend was, waardoor ze de tekst onmogelijk online konden vinden.
Ja, La Rappresentante di Lista. Nu zijn ze eigenlijk best beroemd, dus deze opdracht zou niet op dezelfde manier werken. Ik liet ze er als huiswerk naar luisteren: de opdracht was om er tientallen keren naar te luisteren en de tekst op te schrijven. Het was een onmogelijke opgave – hun niveau was destijds B1, dus ze hadden er nog best veel moeite mee – maar na een paar keer luisteren begonnen ze het beetje voor beetje te begrijpen. Het doel was ook niet om ze 100 procent te laten snappen, maar om ze te laten luisteren naar iets dat echt en authentiek is, om hun luistervaardigheid tot het uiterste te rekken en ze te helpen hun eigen luisterstrategieën te vinden.

Was het moeilijk om ze te motiveren om zoiets moeilijks te doen?
Als iets heel moeilijk is, waarschuw ik daar altijd van tevoren voor. Ik zeg dan: misschien begrijp je de eerste keer wel helemaal niets, maar laten we gewoon proberen te luisteren, en dan nog een keer en nog een keer, en zien hoe ver je komt. Het was een huiswerkopdracht, maar ze wisten hoe ze het stap voor stap moesten doen: luister er eerst naar om een ​​algemeen idee te krijgen, dan focussen op meer gedetailleerde informatie. Sommigen hebben er zelfs 50 keer naar geluisterd, haha. En dan moesten ze de tekst opschrijven, dus het was ook gelijk een schrijf- en grammatica-opdracht: ze moesten uitzoeken hoe je de woorden schrijft en de zinnen op een logische en grammaticale correcte manier formuleert. Inmiddels zijn ze trouwens grote fans van de band.

 

Je werkt al een flink aantal jaren bij Taalhuis. Waar is het allemaal begonnen?
In 2003 begon als vrijwilliger in Palermo, ik gaf Italiaans als tweede taal aan vluchtelingen. Ik had geen idee wat ik precies moest doen. Er waren geen materialen of een methode, en ik had een zeer gemengde groep, van hoogopgeleiden tot mensen die niet konden schrijven. Het was dus zwaar, maar ook een superleuke ervaring.

 

In 2013 heb ik mijn docentenopleiding in Rome gedaan. Daarna begon ik op een kleine taalschool in de buurt van Palermo, maar omdat ik na een tijdje mijn professionele vaardigheden ook in andere gebieden wilde verkennen en ontwikkelen, solliciteerde ik voor een stage bij Studiolingua in Amsterdam [In 2018 nam Taalhuis Amsterdam de activiteiten van Studiolingua]. Het plan was om drie maanden in Amsterdam te blijven, maar negen jaar later ben ik er nog steeds.

 

Hoe heb je jezelf in al die jaren als docent ontwikkeld?
In 2003 was ik wat naïef, en nu zou ik zeggen dat ik ervarener en gestructureerder ben. En vergeleken met 2013 ben ik ook nuchterder. Ik had veel enthousiaste ideeën, maar nu realiseer ik me dat je ook een balans moet vinden, en je plaats moet kennen als docent. Dat ik bepaalde dingen leuk vindt, maakt het nog geen goed materiaal voor cursisten. En het gaat natuurlijk om hen, en dat je ze helpt om hun eigen leerstrategie te ontwikkelen. Het komt ook op de praktijk aan: de opleiding die ik heb gehad was erg goed, maar tegelijkertijd ook slechts een startpunt. Er zijn veel dingen die je niet in boeken leert – hoe je omgaat met bepaalde situaties, hoe je ruimtes gebruikt, enzovoort. Ik blijf ook nog steeds trainingen volgen om mezelf te blijven ontwikkelen, up-to-date te blijven en mijn repertoire op te frissen.

 

Je hebt zelf ook taalcursussen op onze school gevolgd: Nederlands, Grieks en Turks (en los van Taalhuis had je ook al Duits en een beetje Spaans geleerd). Heb je zelf ook veel geleerd van het volgen van andere cursussen?
Zeker. Ik heb Nederlands geleerd omdat ik hier woon, Grieks uit passie en nu doe ik Turks omdat mijn vriend half-Turks is. Ik ben zelf eigenlijk heel verlegen in een groep; ik ben bang om fouten te maken en iets doms te zeggen, haha. Maar dat geeft me wel een idee van hoe cursisten zich in een groep kunnen voelen. Dus andere lessen bijwonen helpt me om te begrijpen wat werkt, en om te zien wanneer mensen zich niet op hun gemak voelen. En wat voor soort activiteiten of oefeningen grappig en effectief zijn, of juist uitdagend, of saai.

 

Hebben de cursussen je ook geïnspireerd voor je eigen lessen?
Ja, maar ik steel niks van ze hoor, haha. Het gaat ook om andere dingen. Vorig jaar volgde ik bijvoorbeeld in online Nederlands bij Isabel. Zij raakte niet in paniek als een microfoon het niet deed of wat dan ook – ze was zo comfortabel met Zoom dat het me ook hielp met mijn online lessen. Het heeft mijn Zoom-stress echt verlaagd. Ik dacht: eigenlijk is het helemaal niet zo moeilijk, kijk maar naar Isabel! En met Melike leerde ik ook om meer georganiseerd te zijn – ik was verschrikkelijk met het whiteboard. Elkaars lessen volgen is een manier om kennis te delen. Ik vind dat elke docent ook een cursist zou moeten zijn, gewoon om te weten hoe het is.

 

Grazie, Francesca!

 

Interview door docent Nederlands Yoran.

Lees ook ons interview met de C2-cursisten van Francesca:

icon_mail icon_phone facebook twitter instagram linkedin youtube curl icon_location icon_close icon_clock icon_calender icon_arrow-black icon_arrow-white dropdown icon_min icon_plus placeholder books France_02 calendar clock location Created with Sketch.