Als je de introductiecursus hebt gedaan ben je al een stuk op weg richting de equivalent van niveau A1 van het Europees referentiekader. In deze A1.1 cursus oefen je alle vaardigheden: je spreekt en luistert in het Levantijns dialect, leert teksten in MSA te begrijpen en werkt aan je schrijfvaardigheid. Er is aandacht voor de verschillen in grammatica tussen het Levantijns en MSA.

Aan het eind van deze cursus kun je:
• simpele alledaagse gesprekken verstaan en je verstaanbaar maken in concrete situaties
•  de werkwoorden ‘hebben’ en ‘willen’ gebruiken in verschillende contexten
• Dialogen voeren (mits de andere persoon langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen)

Om deze cursus goed te kunnen volgen:
•  ken je het Arabische schrift al
•  kun je letters aan elkaar verbinden en woorden schrijven
• kun je jezelf al voorstellen en een drankje bestellen in het Levantijns dialect

Huiswerk: nieuwe woorden en zinnen leren, lezen, luisteren en schrijven. Houd rekening met zo’n drie uur aan huiswerk per week.