Vandaag is een speciale dag: Taalhuis Amsterdam is jarig! Op 13 januari 2013 begon het. We vroegen aan Myrte – die het Taalhuis destijds met Angeliki oprichtte – wat er in de afgelopen tien jaar is gebeurd.
Hoe is het Taalhuis tien jaar geleden ontstaan?
Het idee begon aan de keukentafel. In januari 2013 zijn we begonnen met een klasje Grieks en een klasje Nederlands voor Grieken. Beide klasjes hadden 5 cursisten. We hebben een Facebookpagina en een flyer gemaakt over onze Nederlandse en Griekse lessen en de taalreis naar Naxos stond er ook op. Die flyer hebben we in de Albert Heijn op de Elandsgracht gehangen. Het was een mooi moment toen we ons eerste inschrijfformulier binnenkregen, van Jacqueline, die de flyer in de Albert Heijn had gevonden. Ze wilde eigenlijk Spaans leren, maar de Griekse les was dichter bij huis, dus toen besloot ze om dat te doen en zo werd ze onze eerste cursist. Toen zijn we in het eerste jaar, ook nog in het Claverhuis (het buurthuis), met Italiaanse lessen begonnen. Het idee was van het begin af aan dat Amsterdam een huis voor mediterrane talen moest hebben.
De eerste groepjes wilden door, dus toen kwam er een vervolgcursus en een nieuwe cursus voor beginners, waardoor we vaker ruimte nodig hadden. Tegenover mijn huis in de Sint Nicolaasstraat was een piepkleine ruimte beschikbaar die we toen hebben gehuurd – een tafel en zes stoelen – voor een piepklein klasje. Het was eerst een opslagruimte voor DVD’s, dus het stond helemaal vol, en er moest flink geklust en geschilderd worden. Tijdens het klussen kwam onze eerste docent Spaans, Alberto, solliciteren en hij was meteen deel van de familie. Er zijn nog steeds cursisten uit dat allereerste groepje Spaans bij ons in de les, op C1-niveau.
Zo is het steeds een beetje gegroeid – we begonnen ook lessen in het naaiatelier van de buurvrouw te geven (wat nu de Griekse supermarkt Bakaliko is) en aan de overkant bij mij thuis aan de keukentafel. Later kwamen er ook cursussen Arabisch bij en elke ronde cursussen nieuwe niveaus. Nederlands voor Grieken werd langzamerhand gewoon Nederlands voor anderstaligen en dat is dat nu onze grootste taal.
Een jaar later vonden we de Muiderstraat erbij – heel leuk, met mediterrane tegeltjes op de grond – en dat is nu overdag vooral ons ‘hoofdkantoor en boekenwinkel, ‘s avonds zijn het twee leslokalen. Er kwamen steeds meer talen, meer niveaus, meer collega’s en meer locaties bij. In 2018 hebben we een grote Italiaanse familie ‘geadopteerd’, van de Italiaanse taalschool Studiolingua. Daarvoor was ook extra ruimte nodig, die we uiteindelijk op de Tweede Schinkelstraat vonden.
Het ‘Kleine Taalhuis’ op de Sint Nicolaasstraat.
Wat is er veranderd in de afgelopen tien jaar, en wat is hetzelfde gebleven?
Hetzelfde gebleven is dat we nog altijd relatief kleine klasjes hebben en dat we eigenlijk altijd een huis zijn gebleven, alsof je gewoon aan de keukentafel les hebt. Veranderd is dat we natuurlijk steeds meer collega’s hebben gekregen en steeds meer gegroeid zijn. We hebben ons ook didactisch steeds verder ontwikkeld en zoeken verdieping in nog betere invulling van de niveaus met aansluiting op het ERK en officiële examens. Er zijn nu ook boekenclubs en culturele cursussen. Daarbij halen we heel veel waarde uit de uitwisseling tussen de collega’s, omdat het vreemde-talenonderwijs ook veel verschilt tussen landen, dus de collega’s van verschillende talen nemen uiteenlopende kennis en ervaring mee en we leren veel van elkaar.
Het is altijd heel internationaal geweest, niet alleen qua docenten, maar ook cursisten, bijvoorbeeld Spanjaarden die Arabisch leren en Grieken die op Italiaans les zitten. Dat maakt het nog makkelijker voor ons om in de lessen altijd in de doeltaal (de taal die geleerd wordt) te blijven, want er zitten mensen met verschillende moedertalen bij elkaar, en de gemene deler is de taal die ze willen leren.
Er zijn ook steeds meer evenementen bijgekomen, zoals de jaarlijkse collegereeks Over Oude Talen en reizen naar Egypte, Spanje, Griekenland. En er zijn mooie samenwerkingen ontstaan, met het ASKV en het Nederlands Instituut in Athene bijvoorbeeld.
Hoe zie je de komende tien jaar voor je?
Ik hoop gewoon dat we deze mooie talen en culturen kunnen blijven verspreiden in deze mooie stad! In de basis draait het hier altijd om leren en verbinden en dat wil ik graag behouden. Ik hoop dat we voor alle cursisten iets kunnen blijven aanbieden, ook voor de hoge niveaus die hier al langer lessen volgen – cursussen over literatuur, kunst, koken, et cetera. We hebben inmiddels cursussen in alle grote talen uit het cirkeltje rond de Middellandse Zee (en een uitstapje naar Farsi), maar ik ben ook heel blij dat we dit jaar in de nieuwe collegereeks Over Gesproken Talen ook het Koerdisch, Riffijns, Baskisch, verschillende Italiaanse talen, Cypriotisch Grieks en Maltees in het licht zetten.
Onze bescheiden in-house crowdfunding – dat betalende cursisten vaak iets extra bovenop hun cursus betalen, waardoor we cursisten die het niet kunnen betalen een plekje in een cursus kunnen bieden, vind ik echt fantastisch. Het is geweldig dat mensen daaraan bij willen dragen en er zo voor zorgen dat onze deur voor iedereen open blijft en nog verder open kan gaan.
Ik vind het leuk dat meertaligheid bekender wordt en dat mensen de waarde en verrijking zien van meerdere talen leren en kennen. Daarom hoop ik dat we onze kinderlessen kunnen uitbreiden. Het is super hoe anderstaligen in Nederland zich inzetten om Nederlands leren, maar ik vind het minstens zo leuk dat Nederlanders de taal van hun buren, collega’s of vrienden (of geliefde of werkgever of hun favoriete vakantieland) leren.
Ik ben heel blij dat we hier zijn en dat we mogen dromen over de toekomst van dit mooie instituut. Alle collega’s en cursisten zijn enorm betrokken en het voelt echt alsof iedereen verantwoordelijkheid draagt voor dit product waar we allemaal van houden.
Interview door Lieke. Foto in de header door Jaap bewerkt.