Refugees learning Dutch: meet our ASKV student Adelina from Armenia

Meet our ASKV student Adelina from Armenia

As part of our collaboration with ASKV-Steunpunt Vluchtelingen, we reserve a handful of free spots in our Dutch courses for undocumented refugees during each course period. The costs are partially covered by students who choose to donate something extra on top of their own course fee.

 

Thanks to these donations, these people have been helped a lot with finding their way into the Netherlands. Like Adelina Kelekhidze (26) from Armenia, who was raised in Georgia and has been living in the Netherlands since 2013. Adelina is still waiting for her residence permit, but that doesn’t mean she has been standing still: she will start with the B1.2 course this January.

 

We spoke to her about her progress in Dutch language and dreams for the future – in Dutch, because there was no need to speak English.

 

Hoi Adelina, welke talen spreek jij allemaal?

Georgisch, Russisch, Armeens, Engels, Nederlands en ook een beetje Farsi. Ik heb een relatie gehad met iemand uit Iran, en in acht maanden heb ik goed Farsi geleerd. Ik ging naar een Russische school, thuis sprak ik Armeens met mijn moeder en oma, en ik had ook Georgische vriendinnen.

 

En dan ook nog even Nederlands erbij? Vond je dat niet moeilijk?

Haha ja, mijn hoofd gaat soms echt kapot. Van één zin kan je altijd nog drie andere zinnen maken. Ik vind Nederlands wel een mooie taal. Vlaams vind ik geen mooie taal. Ik vind het accent niet zo leuk; Nederlands is duidelijker.

 

Een paar jaar geleden was ik nog een beetje verlegen, ik durfde niet te praten. Vooral vanwege mijn accent. In Amsterdam praten mensen vaak Engels, dus dat is ook een beetje moeilijk. Dan denk ik: is mijn Nederlands niet goed? Heb ik iets verkeerds gezegd? Maar na een tijd zei ik tegen mezelf: ik ben geen Nederlander, dus het is oké als ik een accent heb. Taalhuis heeft me toen ook goed geholpen: ik leerde nieuwe woorden en moest veel Nederlands praten. En er zaten mensen in mijn klas die een erger accent hadden dan ik.

 

Ik heb nu twee avonden per week les, maar ik zou het liefst elke dag naar school gaan. Ik ben heel gemotiveerd. En als nu iemand Engels tegen me praat, antwoord ik gewoon in het Nederlands.

 

Vind je Nederlanders heel anders dan Georgiërs?

Ik vind Nederlandse mensen vriendelijker. Georgische mensen kunnen al ruzie met je maken als je op straat ‘hallo’ tegen ze zegt. Nederlanders zijn relaxter. Een keer zei iemand ‘hoi’ tegen me op straat. Ik dacht: waarom heeft ze de groetjes gedaan?

 

Als je in Nederland met iemand af wilt spreken, maak je een afspraak. Maar toen ik hier net kwam wist ik dat niet. Ik appte een keer met een vriendin en vroeg: wat doe je vanavond? Toen zei ze: vanavond kan ik niet. We moeten even een afspraak maken. Dat vond ik een beetje raar. In Georgië kan je gewoon langskomen en de deur gaat open. Maar nu maak ik zelf ook afspraken.

 

O en nog iets: hier betaalt iedereen in het restaurant voor zichzelf. In Georgië maken ze ruzie over wie de rekening mág betalen.

 

Eet je nog veel Georgisch?

Ja! Khinkali, een soort dumplings, en chatsjapoeri. En satsivi, een gerecht met walnoten en kip. Maar ik eet ook veel Nederlandse dingen, zoals kaas. En Snelle Jelle. Verder vind ik het niet zo lekker wat jullie maken, sorry! Of nee, ik ben wel gek op oliebollen. En haring.

 

Wat zou je in de toekomst willen doen?

In de toekomst zou ik graag iets met make-up doen, en nepnagels. Ik wil heel graag een eigen bedrijf. Maar daarvoor moet ik eerst een cursus doen voor nagels. Je moet namelijk wel oppassen met infecties en bacteriën. Maar zonder verblijfsvergunning kan ik dat nog niet. Ik kan wel al oefenen met make-up, als ik vriendinnen opmaak.

 

Wat voor make-up vind je mooi?

Ik hou van blije kleuren, ook voor make-up. Ik droeg een tijdje alleen maar zwarte kleren, ik was toen depressief. Maar nu draag ik alleen kleuren. In mijn kledingkast is bijna geen zwarte kleding meer te zien.

 

Kwam dat door de situatie, dat je maar moet blijven wachten?

Ja. Maar dat is oké nu.

 

Je vertelde dat je veel andere talen spreekt. Spreek je die nog vaak?

Ja, met veel vriendinnen Georgisch, en met mijn moeder Armeens. Ik spreek mijn moeder niet heel vaak, één keer per week. Ik heb haar bijna negen jaar niet gezien. En mijn vader al meer dan tien jaar niet. Hij woont in Australië. Ze zijn gescheiden toen ik één was. We hebben elkaar lang niet gesproken omdat we ruzie hadden, maar een paar jaar geleden benaderde hij mij op Instagram, en nu hebben we weer contact. Hij is veranderd: vroeger zeurde hij altijd over mijn make-up en kleding, maar nu is hij relaxter. We spreken elkaar elke dag.

 

Ik ben vooral opgevoed door mijn oma. Zij is het allerbelangrijkste voor me, ik hou meer van haar dan van wie dan ook. Ik werd altijd een beetje verwend door haar. Ik moest van mijn moeder altijd mijn bord afwassen, maar van oma niet. Daar hadden zij altijd ruzie over. Nu bel ik nog steeds elke dag met mijn oma.

 

Is er verder nog iets dat je kwijt wilt?

Ik wil heel graag mijn docenten bedanken. Hans en Dave, jullie zijn top! Ik heb veel geleerd en hoop jullie in januari weer te zien. En ik wil ook ASKV en de donateurs bedanken dat ze me de kans hebben gegeven om te leren. Zonder hen had ik niks kunnen doen.

 

Interview by Dutch teacher Yoran.

icon_mail icon_phone facebook twitter instagram linkedin youtube curl icon_location icon_close icon_clock icon_calender icon_arrow-black icon_arrow-white dropdown icon_min icon_plus placeholder books France_02 calendar clock location Created with Sketch.